Achtbaan
Door: Cees Sleven
Blijf op de hoogte en volg Cees
29 Maart 2012 | Duitsland, Worpswede
--------
Een vroege bus brengt mij naar het Hauptbahnhof van Bremen, de bedrijvige Hanzestad aan de Weser. Vanaf dit monumentale station loop ik diep in mijn jas gedoken naar het centrum en laat mij in steeds overtreffender trap verbazen door achtereenvolgens de Liebfraukirche, het prachtige Rathaus en de imposante Sankt Petri-Dom. Waar te beginnen? Ik probeer overzicht te krijgen door een plek te kiezen midden op de Marktplatz, maar steeds meer fraaie gebouwen en gevels vragen mijn aandacht. Ik voel mij teruggeplaatst in de Middeleeuwen als ik, staande naast het beeld van de Bremer Roland, de prachtige Renaissancegevel van het Rathaus bekijk. Beiden staan op de Unesco werelderfgoedlijst en zijn het symbool van de vrijheid en onafhankelijkheid van de stad. In de monumentale Dom stap ik in een artistieke achtbaan die pas aan het eind van de middag op het station weer tot stilstand komt. Een reis heen en weer in de tijd en vele kunstvormen omvattend. Een groter verschil met het overzichtelijke Worpswede is haast niet mogelijk…
De Sankt Petri is omgebouwd tot theater met middenin een grote dansvloer: “Ein Deutsches Requiem” van Johannes Brahms zal worden uitgevoerd door solisten, koor en orkest en… dansers. Overal kabels, lichtbakken en een groot videoscherm onttrekt de prachtige rozet in de voorgevel aan het gezicht. De mevrouw van het kaartenstalletje maakt omstandig excuses voor het ongemak en vraagt mij nog eens terug te komen wanneer deze “rommel” weer uit de kerk verdwenen is. Ik maak intussen dankbaar gebruik om de, voor deze gelegenheid mooi uitgelichte, gewelfbogen op de foto vast te leggen.
Maar het kan nog extremer: De Bötcherstrasse is een slechts 110 meter lang straatje dat de Marktplatz met de voormalige haven verbindt en dat wordt gekenmerkt door een mengeling van expressionisme, Jugendstil en baksteenarchitectuur, een waar Gesammtkunstwerk! Opdrachtgever was koopman en mecenas Ludwig Roselius, die het vervallen steegje had gekocht en er een Renaissance huis liet restaureren om er zijn kostbare kunstverzameling in onder te brengen. Hij was rijk geworden in de koffie en kon beeldhouwer en architect Bernhard Hoetger in de jaren 20 van de vorige eeuw de opdracht geven voor de bouw van het Paula Modersohn-Becker Haus in de Bötcherstrasse. Net als zijn architectonische Jugendstil creaties in Worpswede, schiep hij ook hier een paradepaardje van expressionistische architectuur.
Slechts een paar honderd meter liggen er tussen Middeleeuwen en avant-garde en ik probeer rust te zoeken bij de schilderijen Paula Modersohn-Becker. Ook zij was ooit naar Worpswede gekomen, maar haar artistieke hart bleef altijd in Parijs waar zij kennismaakte met het werk van Gauguin, Cézanne en van Gogh. Haar schilderijen werden gedomineerd door een interesse in vorm en vlak. Het beeld was, vaak tegen de academische standaard in, in platte vlakken verdeeld en was een grove uitbeelding van het boerenleven in een stijl die weinig gemeen had met die van de overige “Worpsweders”. Er was veel onbegrip voor haar werk, behalve dan van Bernhard Hoetger die haar ontmoette in Parijs en waaruit een nauwe, artistieke vriendschap ontstond.
Dan maak ik plots ongewild kennis met de danseres Loïe Fuller die met haar verbinding van wervelende dans, muziek en lichteffecten Bernhard Hoetger fascineerde en inspireerde deze bewegingen in brons vast te leggen. “Ik vorm het licht”, zo beschreef Loïe Fuller haar serpetinedans en onderstreepte daarmee de overeenkomst tussen beide kunstvormen. Ik bekijk Hoetger’s dansplastieken en hoewel deze ver afstaan van de landschappen waarvoor ik naar hier gekomen ben, raak ik toch gefascineerd. Want ik zit in een achtbaan waarin ik gevangen zit. Waar zal deze eindigen? Nog een danseres kruist mijn pad: Sent M’Ahesas, afkomstig uit een van de Baltische staten en gespecialiseerd in Egyptische dansen. Zij werd omschreven als een “stromend beeld” en ook hiervan heeft Hoetger de beweging in brons vastgelegd.
Slechts een paar treden omhoog werpen mij weer terug in de tijd wanneer ik de kunstverzameling van Ludwig Roselius aanschouw. Heiligenbeelden uit de 14e en 15e eeuw, kostbaar zilverwerk, prachtig allemaal, soms aandoenlijk, maar ik wil hier weg. Ik voel mij ontrouw aan het landschap, ik wil terug naar Worpswede. Dat gaat via de “Schnoor”, de oude ambachtswijk van Bremen. De originele bewoners van dit bontgekleurde wijkje waren vissers, handelaren en ambachtslieden. Gelukkig bleven de typische huisjes in dit gebied tijdens de tweede wereldoorlog bespaard van grote schade en het wijkje is nu haast een openluchtmuseum van smalle straatjes, kleine huisjes, gezellige cafeetjes en bijzondere winkeltjes. “Schnoor” is Noordduits voor “touw” en verwijst naar de manier waarop 15e en 16e-eeuwse dorpshuisjes als een lint door het wijkje verspreid liggen. Maar het is me hier te nauw en ik zoek snel de weidsheid van het stationsplein. In de grote hal van het station kom ik weer een beetje tot rust en zoek een plekje in de Italiaanse ijssalon annex koffiecorner voor een kop Milchkaffee. Veel glas, zodat ik in de hal en naar buiten kan kijken. De overige wanden zijn in pasteltinten, evenals het ijs in de vitrine. Het haar van de vrouw achter de toonbank kleurt hierbij des te donkerder. Het zou zomaar een Italiaanse kunnen zijn… Van de voorbijsnellende mensen kijkt niemand echt gelukkig. Een moeder en snikkend kind nemen plaats op de stoeltjes buiten het glas. Het meisje is ontroostbaar, de moeder negeert haar volkomen. En wanneer zij gelijk weer opstaat om de hal in te lopen, rent het nog huilende kind haar op enige afstand na. Geen troostend gebaar, geen reikende hand. Dat een eerste, felle zonnestraal de volle hal in het licht zet, verandert hier niets aan.
Mijn hart springt open: de wolken breken, de zon is terug! Vanuit bus 670, op weg terug naar Worpswede, trekt het landschap aan mij voorbij. Het veenland met zijn witte berkenbosjes en zijn lage horizon. En daarboven schildert zich een prachtige wolkenlucht. Ik word onweerstaanbaar binnen de schilderijlijst getrokken. Dit is ongetwijfeld het “Weites Land” van Hans am Ende…
Dat ik deze dagen in zijn huis, onder de ruisende bomen op de Weyerberg, verblijf, dat mag geen toeval zijn…
-
30 Maart 2012 - 06:14
Paul:
Nog een beetje duizelig van de achtbaan reis ik weer met je mee. Je verhaal voert me mee op jouw tocht en als ik mijn ogen open doe, zie ik in de prachtige foto's hoe geweldig het daar moet zijn. Helaas komt het einde van onze reis alweer in zicht. -
30 Maart 2012 - 06:51
Greet En Piet:
Je overtreft jezelf steeds weer in je beschrijvingen.
jammer dat het al weer voorbij is.
Wij hebben mee genoten, maar wensen je ook weer welkom thuis. -
30 Maart 2012 - 14:23
Hans, ( Je Neef ):
ITHAKA
Als je op je tocht naar Ithaka vertrekt,
smeek dat je weg heel lang mag zijn,
vol avonturen, vol ervaring.
De Laestrygonen en de Cyclopen
en de toornige Poseidon moet je niet vrezen; zulke wezens zul je nooit vinden op je weg, als je denken hoog blijft, als een uitgelezen bewogenheid je lichaam en je geest bezielt. De Laestrygonen en de Cyclopen, de woeste Poseidon zul je niet ontmoeten, als je ze niet met je meedraagt in je ziel, als je ziel ze niet voor je ogen plaatst.
Smeek dat je weg heel lang mag zijn.
Dat er vele zomerse morgens zullen zijn waarop je, met wat een voldoening, wat een vreugde zult binnen gaan in voor het eerst aanschouwde havens; en dat je moogt vertoeven in Phoenicische stapelplaatsen, en daar goede waren kopen kunt, parelmoer en koralen, amber en ebbehout, en zinnenstrelende parfums van elke soort, zo overvloedig als je kunt;
en dat je naar veel steden in Egypte gaan moogt om te leren en te leren van de wijzen.
Houd altijd Ithaka in je gedachten.
Daar aan te komen dat is je bestemming.
Maar overhaast de reis volstrekt niet.
Beter dat die vele jaren duren zal, en dat je, oud al, landen zult op het eiland, reik met alles wat je onderweg hebt gewonnen, niet verwachtend dat Ithaka je rijkdom geven zal.
Ithaka gaf je de mooie reis.
Zonder dat eiland was je niet op weg gegaan.
Verder heeft het je niets meer te geven.
En als je het armelijk vindt, Ithaka misleidde je niet.
Zo wijs als je bent geworden, met zoveel ervaring, zul je al begrepen hebben wat Ithaka's betekenen.
Konstantinos Kavafis (1863-1933)
Vertaling G.H. Blanken
Bij het meebeleven van je bezielende tochten en avontuurlijke ervaringen, vol zinnenstrelende beelden, moet ik steeds denken aan bovenstaande wijze gedachten van: Kavafis. (Griekse dichter)
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley