"NOT FORGOTTEN"
Door: Cees Sleven
Blijf op de hoogte en volg Cees
29 Maart 2013 | Frankrijk, Amiens
Vandaag ben ik verkast van Amiens naar Douai, een kleine 100 kilometer naar het noorden op de weg naar huis. Het doel van vandaag: een bezoek aan de slagvelden in het gebied rondom Arras en een stadswandeling in deze hoofdstad van het land van Artois. Deze Witte Donderdag begint inderdaad met sneeuw. Heel lichtjes, maar toch… Ik probeer “tombe la neige” en “ne pas printemps” tegen mijn goedlachse tafelgenoot tijdens het ontbijt. Hij probeert mij duidelijk te maken dat het waarschijnlijk het uitkloppen van het beddengoed is wat de vlokjes veroorzaakt, waarna er een pijnlijke stilte in het gesprek valt. Hij vult deze moeiteloos op door de restanten van zijn ontbijt in servetjes te wikkelen, zodat hij deze dag ook nog verzekerd is van een lunch. Hij werkt namelijk in het ziekenhuis en een echte middagpauze zit er niet in. Als teken van vaarwel schudt hij mij nadrukkelijk de hand.
Het afscheid van mijn gastheer en –vrouw is allerhartelijkst. Ik krijg alle brochures in het Nederlands van hen mee en ik moet beloven zeker nog eens terugkomen. Sneller dan verwacht sta ik weer voor hun deur om de kamersleutel in te leveren die ik vergeten was…
Ik rij de boomloze leegte van het noord-Franse platteland weer in. De horizon deelt mijn voorruit in tweeën. De atonale klanken van een vioolconcert via France Musique benadrukken deze oneindigheid. De enige bomen die ik tegenkom omzomen de kleine Britse begraafplaatsen die in aantal toenemen wanneer ik Arras nader. Kleine lapjes Engelse bodem, gemillimeterd gras. Meer dan 900 liggen er in Noord-Frankrijk en Vlaanderen. Britse militairen werden begraven op de plek waar ze gesneuveld waren, rijk of arm, hoog of laag in rang. Dit in tegenstelling tot de overige nationaliteiten die hun doden verzamelden op grote kerkhoven en met het onderscheid tot in het graf.
Om de heuvels ten noorden van Arras is gedurende de hele Eerste Wereldoorlog hevig gevochten. Ik klim naar de ruïne van de abdij van St. Eloi, een plek die nooit is ingenomen door de Duitsers, maar waarvan geen steen op de andere bleef. De twee kapotgeschoten toren zijn nog de stille getuigen van deze felle strijd. Van hier zie je een prachtig panorama met in de verte de heuvel Notre-Dame de Lorette. Daar verhinderden de Fransen een groot offensief van de Duitsers ten koste van 60.000 van hun manschappen. Daar ook vocht Louis Barthas, eerst vanuit de Franse reserve linies, opgesloten in veel te kleine schuilplaatsen die voortdurend bestookt werden door de Duitsers. Verdoofd door het gebulder van kanonnen, kokhalzend door de stank van rottend vlees en geplaagd door ongedierte, ratten en alles wat zich maar een weg knaagt in de massagraven, leek een verplaatsing naar de frontlinie haast een welkome afwisseling. Maar daar was de chaos compleet: bij elke nieuwe poging vooruit te komen vielen honderden doden. Overdag kon er niet geslapen worden, terwijl ’s nachts te midden van stapels rottende lijken en kapotgeschoten loopgraven bevoorraad en gerepareerd moest worden. Angst, vermoeidheid, onbegrip en de incompetentie van de leiding waren de enige zekerheden. Zes vreselijke maanden bracht Barthas hier door en van zijn ervaringen deed hij verslag in zijn “Oorlogsdagboeken”. Zij vormden een felle aanklacht tegen de onverschillige misdadigheid van de Franse legerleiding tegenover de erbarmelijke situatie van de manschappen in de loopgraven.
Een onmetelijk zee van 19.000 witte kruizen omspoelt de heuvel van Notre-Dame de Lorette. Nog eens 20.000 onbekende soldaten liggen er in massagraven. De overige vonden hun rustplaats thuis. De stilte hier is aangrijpend. Zelfs een eenzame roofvogel hangt biddend in de lucht. Wanneer ik het grote grindveld oversteek naar het herdenkingsmonument, schaam ik mij voor mijn luidruchtige voetstappen. Dit monument voor de Onbekende Soldaat wordt bewaakt door gepensioneerde militairen die deel uitmaken van de Garde d’Honneur, een select geüniformeerd gezelschap dat het terrein bewaakt en de bezoeker informeert. Ik maak kennis met Alexander Keusgen, een jonge man die als eerste Duitser in dit korps is opgenomen en juist vandaag zijn eerste wacht loopt. Ik ben zijn eerste bezoeker en ik vraag hem beleefd welke interesse hij –als Duitser- heeft in dit typisch Franse onderonsje. Alexander is “Fachbuchautor für Militärhistorie” met als specialiteit de slag van Artois, vandaar. Een profi dus. Hij vraagt me hoelang ik blijf, want morgen plant hij, samen met de burgemeester, en in het bijzijn van de TV, een verzoeningsboom. Rijkelijk laat na bijna honderd jaar…
De heuvel van Vimy is beplant met duizenden dennenbomen, voor elke gesneuvelde soldaat één. Ooit was dit een kale heuvelkam die in september 1915 door de Fransen geprobeerd werd te heroveren ten koste van zeker 100.000 doden. Pas in april 1917 konden de Duitsers verdreven worden door de Canadezen, die door het graven van gangen onder de Duitse stellingen de vijand ondermijnden en de hele zaak opbliezen. Daardoor is de bodem nog steeds pokdalig en getekend door grote en diepe kraters. Het lopen buiten de paden is hier levensgevaarlijk; er liggen nog immens veel bommen en granaten in de ondergrond. Tussen groepen luidruchtige scholieren loop ik naar het imposante witte monument van Vimy. Twee grote pylonen die symbool staan voor de twee grote gevechten die om deze heuvel hebben plaatsgevonden. Ik beklim de trappen en weet mij omgeven door meer dan 11.000 ingegraveerde namen van vermiste soldaten. Bovenop staat een koude, snijdende wind. De scholieren houden het snel voor gezien. Ik ben alleen wanneer ik rond het monument loop. Aan de zijkant is een kleine herdenkingskrans gelegd. Klaprozen omringen een foto van een besnorde soldaat: Eric Mackay. Jan 28,1883 – April 21, 1917. “Not forgotten”, de bloemblaadjes klapperen in de wind. Ik probeer de zon tussen de twee pylonen te vangen, maar ach, die donkere wolk… Het begint opnieuw zachtjes te sneeuwen. Als bevroren tranen vallen de vlokken. Wit op wit. Op Witte Donderdag…
De stadswandeling in Arras raffel ik af. Gebrek aan tijd en inspiratie. Daarvoor heb ik teveel gezien en gedaan vandaag. Het weer is grijs, de gebouwen zijn grijs en overheersend is het beeld van slecht onderhoud in deze stad. Misschien niet helemaal eerlijk, maar ik vlucht snel naar mijn logeeradres in Douai. Het is begin in de avond, niemand thuis, wachten in de auto, heen-en-weer gebel, duizend maal excuses als de eigenaar eindelijk komt opdagen. Ik stap over de drempel van een prachtige, oud pand in de binnenstad. Ik ben de enige gast, de man is ook alleen en nodigt mij uit voor een goedmakend glas. De hond en de kat kijken afwachtend toe. De wijnglazen vullen zich en we klinken op elkaars gezondheid. We eten radijsjes en nootjes en praten honderduit. De tijd verstrijkt, ik moet nog aan het werk. Meneer belooft mij een warm drankje later op de avond. De bouillon smaakt heerlijk bij mijn stokbrood met Emmenthaler uit de Savoie. Gelukkig eet ik morgen thuis weer warm…
-
29 Maart 2013 - 08:30
Wim Hemker:
Mooi hoor Cees .hg Wim.
-
29 Maart 2013 - 10:52
Greet:
Dag Broer,
Buiten je prachtige beschrijvingen is het ook helemaal genieten van je mooie foto`s.
En wat ontmoet je op zo`n reis toch ook steeds weer bijzondere mensen.
Volgende keer parkeer ik mezelf ook bij jou op de achterbamk!
Geniet nog verder en voor later fijne en veilige thuiskomst.
Lieve groet, je Zus -
29 Maart 2013 - 10:52
Greet:
Dag Broer,
Buiten je prachtige beschrijvingen is het ook helemaal genieten van je mooie foto`s.
En wat ontmoet je op zo`n reis toch ook steeds weer bijzondere mensen.
Volgende keer parkeer ik mezelf ook bij jou op de achterbamk!
Geniet nog verder en voor later fijne en veilige thuiskomst.
Lieve groet, je Zus -
29 Maart 2013 - 12:16
Paul Lans:
Met enige tegenzin lees ik je verslag. Tegenzin, omdat het einde van "onze" reis alweer in zicht is. Natuurlijk misgun ik jou je warme maaltijd thuis niet. Maar graag was ik nog langer met je op reis geweest.
Ook vandaag zorgen je woorden en beelden weer voor een fraai uitstapje zonder dat ik achter mijn computer vandaan hoef.
-
29 Maart 2013 - 13:27
Hans Pasman:
Er is een reisjournalist aan jou verloren gegaan,Cees. Programmaidee kan alsnog...
De koffer van Cees.....
Ceescase.......
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley