NIET GEHEEL TOEVALLIGE ONTMOETINGEN
Door: Cees Sleven
Blijf op de hoogte en volg Cees
27 Maart 2013 | Frankrijk, Amiens
“They lie in all the pools, pale faces, deep deep under the dark water…
Many faces proud and fare, and weeds in their silver hair.
But all foul, all rotting, all dead. A fell light is in them.
The Dead Marshes. There was a great battle long ago… It was a great battle,
Tall Men with long swords, and terrible Elves, and Orcses schrieking.
They fought on the plain for days and month at the Black gates. But the Marshes
have grown since then, swallowed up the graves; always creeping, creeping”
- JR Tolkien
Ik sta aan de rand van het no-man’s land tussen Beaumont-Hamel en Thiepval, de inspiratiebron voor de locatie van Midden-aarde in het beroemde boek van JR Tolkien “‘The Lord of the Rings”. Hier werd Tolkien naar de loopgraven gestuurd en in de mythologie van “Midden-aarde” zijn vele paralellen te ontdekken met de gruwelen van de Eerste Wereldoorlog. Het thema van goed en kwaad en de verschrikkelijke vernieling die mensen kunnen aanrichten was voor Tolkien een thema dat hem enorm bezig hield.
Het is niet te bevatten dat tijdens de slag om de Somme, van juli tot november 1916, 230.000 Fransen, 420.000 Engelsen en 650.000 Duitsers het leven lieten, en dat alles voor een terreinwinst van welgeteld een paar kilometer. Alle dorpen dicht bij de frontlijn werden verwoest. De aarde zelf was tegen het einde van de oorlog niets meer dan een grijze, monsterlijke, steriele chaos. Tot heel langzaam, beetje voor beetje, het gras weer begon te groeien. En op de aarde weer gewassen werden verbouwd. Het landschap kreeg zijn schoonheid terug, en nu tekenen bomenrijen zich weer af aan de horizon onder het zachte voorjaarslicht van de lucht die zich uitstrekt tot in de oneindigheid. Dit is de sfeer waarin ik nu, bijna een eeuw later, de vele sporen en herinneringen ontdek die overal nog aanwezig en zichtbaar zijn. De oorlogsgedenktekens en de begraafplaatsen die achteloos over het landschap lijken uitgestrooid. En natuurlijk ook de vele granaatscherven die nog altijd aan de oppervlakte komen.
In Albert heb ik twee bijzondere ontmoetingen. Deze plaats is een oud en destijds bekend bedevaartsoord. De legende vertelt dat een groepje schapen niet meer van een bepaalde plaats weg wilden, wat de schaapsherder ook deed. Uiteindelijk sloeg hij kwaad met een stok op de grond en er spatte bloed omhoog. De man ging aan het graven en vond een metershoog beeld van de heilige Maagd. Een vriendelijke dame, bezig in de basiliek met de voorbereidingen voor de liturgieën van de Goede Week, wijst mij het eeuwenoude mirakelbeeld van deze Notre-Dame de Brebières dat zich in het altaar bevindt. Ik mag er zelfs van heel dicht bij een foto van maken…
In het Musée Somme 1916 dat zich bevindt in een 250 meter lange gang van een ondergrondse schuilkelder ontmoet ik een van mijn helden, de Engelse componist George Butterworth. In augustus 1914 voegt hij zich bij het Britse leger in antwoord op de oproep van Lord Kitchener om zich massaal vrijwillig aan te melden. Op 5 augustus 1916, tijdens gevechten in de loopgraven tussen Contalmaison en Pozières aan de Somme, krijgt Butterworth een fataal schot in het hoofd. Op 31-jarige leeftijd eindigt een veelbelovende muzikale carrière. Hij was erg kritisch op zijn werk, want veel van zijn composities heeft hij voor de oorlog al vernietigd. Wat bleef is een klein, maar wonderschoon oeuvre en een filmpje in dit museum waarop ik hem zie volksdansen.
Ik verlaat dit bijzondere museum aan de achterzijde, aan de kant van het stadspark, nu volop in de zon gelegen. Butterworth’s compositie “Loviest of Trees” naar de gedichtencyclus “A Shropshire Lad” van A.E Housman klinkt nog na in mijn oren wanneer ik de glanzend groengelakte muziektent passeer. En weer kan ik een geluksmoment aan mijn lange rij toevoegen…
Ik rij naar Contalmaison en daar neem ik afscheid van mijn held. Het landschap om mij heen lijkt wel iets op het pastorale Engeland waar hij zo van hield…
Kenmerkend voor het Somme-offensief waren de mijnen die onder de voeten van de vijand tot ontploffing werden gebracht. Men groef onderaardse gangen tot onder de vijandelijke stellingen en blies alles op. Op 1 juli 1916, om precies half 8 in de morgen was het zover: Gelijktijdig werden er gigantische springladingen tot wel 27 ton springstof tot ontploffing gebracht, o.a. “Lochnagar” bij het plaatsje La Boiselle, waarna Franse en Engelse infanteristen hun loopgraaf verlieten, zogezegd “over de top” gingen. Het eerste Somme-offensief was een feit. Door de kracht van de explosie vloog de aarde wel tot 120 meter de lucht in en er ontstonden kraters van 100 meter breed en 30 meter diep. De schokgolf brak de benen van de soldaten die tot 500 meter verwijderd waren van de krater. Dit verklaart ook waarom er zoveel soldaten nooit werden teruggevonden en als vermist staan opgegeven op de talloze monumenten. Ik sta aan de rand van “Lochnagar” en probeer de immense krater op foto vast te leggen. In 3D en panorama, het zal slechts een slap aftreksel zijn van de werkelijkheid. Als de laatste bus met scholieren is vertrokken blijf ik alleen achter. Het lied van een merel benadrukt de stilte. “Doe geen gekke dingen”, kreeg ik mee van Mieke. Ik zou niet durven. Prijs mij gelukkig hier wel met beide benen op de grond te kunnen staan…
Newfoundland Memorial (Canada), Ulster Tower (Noord Ierland), Thiepval Franco-British Memorial met de 70.000 namen van vermiste Britse soldaten, het is allemaal even indrukwekkend en meer dan er in één enkele routedag past. Maar toch nog even terug naar Albert waar vanochtend mijn tocht begon. Bij het binnenrijden van dit plaatsje kun je het reusachtige OL-Vrouwbeeld boven op de kerktoren al van verre zien, glinsterend in de ochtendzon. Ook tijdens de Eerste Wereldoorlog stond dit beeld op de toren en bleef daar, ondanks dat Albert gedurende bijna twee jaar slechts 3 kilometer van de frontlijn lag en het hevig onder vuur lag. De legende vertelt dat de oorlog net zo lang zou duren tot het beeld van de toren zou vallen. En dat deed het, in 1918. Een paar maanden later was de oorlog definitief ten einde…
-
27 Maart 2013 - 08:55
Greet:
Wat een mooi verslag wederom. Was jij vroeger maar mijn geschiedeins leraar geweest, school had een
stuk boeiender geweest.
Ook de foto`s zijn weer super, zie nu al weer uit naar morgenochtend, je nieuwe verslag.
-
27 Maart 2013 - 09:41
Neola:
je voelt de spanning ,beleefd de emotie,s die deze mensen in die tijd gevoeld moeten hebben.
velen kwamen niet meer terug
Deze geschiedenis is 100 jaar geleden gebeurd, wat betekend tijd alles gaat zo snel onze generatie leeft met de herinneringen van 40-45 ook dit vervaagd je wordt
door de media blijvend herinnerd aan deze tijd.
-
27 Maart 2013 - 10:05
Paul Lans:
Zou mooi en treffend beschreven, maar zo 'lelijk' de realiteit van zo'n 100 jaar terug. Zelfs hier achter mijn computer voel ik de huiver over mijn lichaam kruipen (en dat is niet die gure Oostenwind). Als het verhaal half zo indrukwekkend is als jouw belevenis kan ik me voorstellen dat dit genoeg is voor één dag.
En ik? Ik trek me weer tot morgen terug op jouw achterbank en wacht op de nieuwe belevenissen die ik door jouw woorden mag beleven.
-
27 Maart 2013 - 10:49
Peter Geitenbeek:
Geen wonder dat die Eerste Wereldoorlog de betrokken landen meer heeft geraakt dan de Tweede. En die zich overwegend in een mooi en onschuldig landschap heeft afgespeeld. -
27 Maart 2013 - 20:41
Pauline :
Ha die pa,
Mooie reisverhalen weer! Indrukwekkende legende van de vallende Maria. We wensen je nog veel meer geluksmomenten deze week!
XXX Pien -
28 Maart 2013 - 18:43
Petra Lans:
Zo het is wat Paul schrijft indrukwekkend!!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley